Ruiken als Julius Caesar: Oude parfums opnieuw samenstellen in het laboratorium Teach article

Vertaald door: Piet Das. Zelfs alledaagse geuren hebben de macht om ons mee terug in de tijd te nemen, terwijl ze halfvergeten herinneringen oproepen. Met de hulp van Gianluca Farusi kunt u uw leerlingen 2000 jaar mee terug nemen naar het verleden, waarbij parfums van Julius Caesar opnieuw…

Gladiolus sp
Foto met dank aan de
greenhem; bron: Flickr

Dictator van de Romeinse Republiek tot 44 voor Christus, viel hij Groot-Brittannië binnen en was de eerste Romeinse veldheer die de Rijn overstak. Hij was de minnaar van koningin Cleopatra en de maand juli is naar hem vernoemd. Julius Caesar is beroemd om vele dingen – maar waarschijnlijk niet om zijn keuze voor parfum.

Parfums waren echter een belangrijk onderdeel van het leven in het oude Rome: in de vorm van wierook voor religieuze ceremonies, in de openbare ruimtes om foute geurtjes te maskeren – Plinius de Oudere (23-79 AD) verteld dat rozenwater in de theaters werd gesproeid; en voor hydratatie van de huid.

Tegenwoordig is de basis voor de meeste commerciële parfums alcohol maar de Romeinse parfums voor de huid waren meestal zalfjes of vette smeersels. Een zalf bestond uit een vloeibare basis en een geurende etherische olie en kon ook bewaarmiddelen bevatten zoals zout en fixatieven zoals gommen of harsen – om de vluchtige bestanddelen van het parfum te stabiliseren.

Een van de meest voorkomende vloeibare bases die werden gebruikt was omphacium, een olie gewonnen uit groene olijven of onrijpe druiven. Om geurende olieën te krijgen gebruikten de Romeinen een groot aantal methoden om geurenuit bloemen, zaden, bladeren, schors en andere geurige plantmateriaal te extraheren. Veel van deze methoden worden vandaag de dag nog steeds toegepast.

  • Enfleurage: men legde bloemblaadjes op niervet (het harde vet rond de nieren) en regelmatig vervangen totdat het vet verzadigd was met geur.
  • Weken in olie: de geurige wortels of bladeren werden geplet en in een wijdmazige linnen tas gedaan en vervolgens liet men ze in olie weken bij kamertemperatuur.
  • Weken in olie en water: een methode normaal voor warmere gebieden zoals Egypte. De geurende wortels of bladeren werden geplaatst in aardewerken potten en bedekt met een mengsel van 50% regenwater en olie. De potten werden vervolgens tot aan de nek in het hete zand begraven en open gelaten gedurende een tot vijf dagen. De essentiële oliën die door het plantmateriaal werden afgegeven mengden zich met de olie die dreef op het water. Zodra het water was verdampt goot men de geurige olie uit de potten.
  • Persen: om citrus- of vloeibare basisoliën te krijgen, deed men bijvoorbeeld citrusschillen of olijven in linnen zakken en persten ze uit.
  • Koken en knijpen door een doek: om harsen en olieachtige stoffen te extraheren uit bast.
  • Een archeologische opgraving in Pyrgos op Cyprus liet zien dat zelfs stoomdestillatie werd beoefend in 2000 BCw1.
Een decoratie in het Huis Vetii in Pompeii, Italië, is een buitengewoon bewijs van hoe de Romeinse parfums werden bereid en verkocht. Van rechts naar links:

a) Twee putti hameren op onderdelen van een pers, om de olie uit onrijpe olijven te persen. Aan hun linkerhand, roert een “psyche” in een mengsel dat in een ketel zit die boven een vuur hangt (waarschijnlijk zijn het planten die geweekt worden in warme olie).

b) Twee putti roeren de inhoud van een diep vat door elkaar, die misschien moet worden toegevoegd aan de olijfolie. Aan hun linkerhand houdt een ander putto een flesje in zijn hand en hij heeft ook nog een papyrusrol en een weegschaal. Achter het putto is een kast met ampullen en een beeld van een godheid.

c) Het verhaal eindigt met de verkoop: de koper test het parfum op haar pols. Achter haar is een slavin en een putto staat voor haar met een flesje en een spatel. Click op het plaatje om het te vergroten
Foto met dank aan de the Soprintendenza Speciale per i Beni Archeologici di Napoli e Pompei

 

Hoe weten we zo veel over de Romeinse parfumerie? Gedeeltelijk, uiteraard, uit de hedendaagse geschreven documenten – maar de wetenschap kan ook behulpzaam zijn. Moderne archeologische analyses van parfumsporen in oude potten kunnen helpen om de geur, de manier waarop het werd bereid en zelfs waarvoor het werd gebruikt te identificeren. Door het combineren van chemische gegevens met informatie van hedendaagse auteurs zijn we in staat om enkele van de parfums van de antieke wereld te reproduceren.

 

De ingrediënten van de
meest voorkomende en
oudste parfums, aldus
Plinius.
A: Calumus (Acorus calamus)
B: Granaatappel (Punica
granatum
)
C: Mirre (Myrtus communis)
D: Gom (Pistacia lentiscus)
E: Cipres (Cupressus
sempervirens
)
Click op het plaatje om het te
vergroten

Foto met dank aan de Gianluca
Farusi

…Ratio faciendi duplex, sucus et corpus: ille olei generibus fere constat, hoc odorum.… E vilissimis quidem hodieque est – ob id creditum et id e vetustissimis esse – quod constat oleo myrteo, calamo, cupresso, cypro, lentisco, mali granati cortice.… Telinum fit ex oleo recenti, cypiro, calamo, meliloto, faeno Graeco, melle, maro, amaraco. hoc multo erat celeberrimum Menandri poetae comici aetate.

Zalven bestaat uit twee elementen: de sappen en de vaste delen. De eerste bestaan in het algemeen uit verschillende soorten oliën, de laatste uit reukstoffen. … Een van de meest voorkomende zalven is tegenwoordig en, om die reden verondersteld de oudste te zijn, de zalf die bestaat uit olie van mirre, calamus, cipres, cyprusolie, gom en granaatappel schil. … Telinum is gemaakt van verse olijfolie, cypriol, calamusolie, gele honingklaver, fenegriek, honing, amberkruid en zoete marjolein. Het was het meest modieuze parfum in de tijd van de komische dichter Menander [ rond 300 voor Christus ].

Pliny the Elder, Naturalis Historia (Natuurhistorie), boek XIII, hoofdstuk 7, paragraaf 9

Ligustrum sp
Foto met dank aan de jwinfred;
bron: Flickr

Als onderdeel van een groter interdisciplinair chemie-project (zie kader), besloten mijn leerlingen (leeftijd 14-15) en ik om gewoon opnieuw het favoriete parfum van Julius Caesar na te maken. Maar hoe kwamen we er in vredesnaam achter wat het was? Dankzij een fragment uit de poëzie toegeschreven aan Caesar (‘Corpusque suavi telino unguimus‘, ‘Wij zalven het lichaam met geurige telinine zalf’), wordt gedacht dat dit de zalf “telinum”is.

Cyperus alternifolius
Foto met dank aan de XFoto
met dank aan de ((o: pattoune
:o)); bron: Flickr

Het vinden van het recept is echter geen gemakkelijke taak. Er was bijvoorbeeld vóór de invoering van Linneaus’ nomenclatuur geen consistente naamgeving. Zo kan bijvoorbeeld de naam ‘Cyperus’ verwijzen naar de vele soorten zegge (Cyperus spp), gladiolen (Gladiolus spp), citroengras (Cymbopogon schoenanthus) of zelfs liguster (Ligustrum spp). Bovendien, parfum recepten – zowel toen als nu – werden stevig bewaakt door de fabrikanten dus zelfs als hedendaagse schrijvers soms de ingrediënten van een parfum vastlegden, noemden zij zelden de verhoudingen.

In het geval van telinum hadden we geluk: in zijn Naturalis Historia (Natuurhistorie), beschrijft Plinius de Oudere de ingrediënten (boven) en Pedanius Dioscorides (ca. 40-90 AD) beschrijft iets andere ingrediënten, maar vermeldt wel de verhoudingen in zijn De Materia Medica (Over Medische Materialen).

Voor het opnieuw maken van telinum hebben we een reeks proeven gedaan op basis van deze twee oude recepten om zo het mengsel waaraan wij de voorkeur gaven te bepalen. Hoe moeten we echter ‘Cyperus’ interpreteren? We bereidden twee versies: een met citroengras olie en een met viooltjesolie (Viola odorata) – omdat de wortels van zowel de gladiool en Cyperus soorten ruiken als viooltjes.

De ingrediënten van onze
telinum

Foto met dank aan Gianluca
Farusi

Omdat amberkruid (Teucrium Marum) ten slotte wordt beschouwd als kankerverwekkend, besloten we om het te vervangen door kattenkruid (Nepeta cataria), waarvan de geuren op elkaar lijken. Alhoewel niet helemaal historisch kloppend zou onze parfum op zijn minst moet ruiken naar Caesars’.

Materialen en hoeveelheden

Het is niet duidelijk uit historische bronnen of er gedroogde of verse materialen werden gebruikt. Wij gebruikten gedroogde materialen, want die bevatten meer geur per gram en zijn gemakkelijk verkrijgbaar: probeer een apotheek of kruidenwinkel.

  • 100 g omphacium – gebruik óf in de winkel gekochte olijfolie (kies een reukloze) of, als u toegang hebt tot verse groene olijven, neem daarvan dan een draagtas vol in augustus om zo je eigen omphacium te bereiden (zie hieronder).
  • 56 g fenegriekzaad (Trigonella foenum graecum)
  • 11 g calamuswortels (Acorus calamus)
  • 5 g gedroogde bloemhoofdjes van gele honingklaver (Melilotus officinalis)
  • 2 g gedroogde kattenkruidbladeren (Nepeta cataria)
  • 3 g gedroogde zoete marjoleinbladeren (Origanum majorana)
  • 5-10 druppels viooltjesolie of citroengrasolie (afhankelijk van de sterkte van de olie – wees voorzichtig het niet te laten overheersen in het parfum)
  • Honing
Verse groene olijven
Foto met dank aan de Gianluca
Farusi

Bereiding

Om omphacium te maken in ons project pakte ik de groene olijven maalde ze in de keukenmixer, verzamelde het mengsel in een theedoek en kneep de olie in een kom. Vervolgens heb ik de olie drie keer gefilterd met behulp van een papieren filter en het twee keer gecentrifugeerd gedurende vijf minuten per keer.

Als een alternatief kun je ook kant-en klare olijfolie uit de winkel gebruiken.

Het overbrengen van de gemalen olijven naar de theedoek (links) en de verzamelde olie (rechts)
Foto’s met dank aan Gianluca Farusi

Ik verdeelde de klas in drie groepen; elke groep bereidde een ander historisch parfum (instructies voor het bereiden van cyprinum en rhodinon kunnen worden gedownload van de Science in School websitew2). Aan het einde van de activiteit kreeg elke student een kleine hoeveelheid van een parfum mee naar huis.

The herb and oil mixture
Image courtesy of Gianluca
Farusi
  1. Hak de kruiden en specerijen en voeg ze toe aan 100 g omphacium.
  2. Zet het mengsel in de oven op 400 C en roer gedurende drie dagen elke dag op regelmatige tijden.
  3. Zeef de geurende olie
  4. Doe er 10% w/w honing bij
  5. Doe de viooltjesolie erbij

Geurenchemie

2H-chromen-2-een

Zodra we voldoende waardering hadden voor de geur van het oude Rome, keerden we terug naar de 21ste eeuw om te onderzoeken welke moleculen de geur produceerden. Tabel 1, waarin de belangrijkste geurende chemicaliën in onze telinum staan (de structuren van een aantal daarvan verluchtigen dit artikel), is beschikbaar om te downloaden van de Science in School websitew2.

Bij oudere leerlingen kan deze activiteit worden gebruikt om wat gedetailleerder de organische chemie te onderzoeken. Met mijn 14 – tot 15-jarige studenten, concentreerde ik me op de basisprincipes van de chemie van geur. Ik vroeg hen bijvoorbeeld:

(4Z, 7Z)-deca-4,7-dienal
  1. Zie je overeenkomsten tussen de structuren van verschillende geurstoffen in het parfum?
  2. Waarom is olie effectief bij het extraheren van deze stoffen uit plantmateriaal?
  3. Zouden we olie door iets anders kunnen vervangen?
  4. Waarom verlaten de geurmoleculen de olie en komen ze in de lucht waar je ze kunt ruiken?
  5. Wrijf een druppel telinium op de rug van je hand en ruik er van tijd tot tijd aan. Wat verwacht je dat er gebeurt? Verandert de geur gedurende deze tijd? Kun je uitleggen wat je waarneemt?

 

Veiligheid

Check je nationale of plaatselijke veiligheidsvoorschriften om na te gaan of het is toegestaan om in het lab geproduceerde stoffen op de huid te gebruiken.

 

(4aS,7S,7aR)-4,7-dimethyl
-5,6,7,7a-
tetrahydrocyclopenta[c]pyran
-1(4aH)-een

Het mengsel van olie en
kruiden Gianluca Farusi
  1. Waarom deden de antieke parfumeurs er honing bij? (Antwoord: De polysacchariden die daarin zitten helpen om de vluchtige bestanddelen in het parfum vast te houden)

Aan het eind van de activiteit waarbij ze ook verwante experimenten hadden gedaan hadden de leerlingen uitgevonden dat:

  1. Een stof moet in de gasvormige toestand zijn om te kunnen ruiken. In het begin waren veel studenten het daarmee niet eens omdat ze dachten dat metalen een kenmerkende geur hadden. Ze testten dit door bij het optillen van een koperen munt handschoenen te dragen en daarna eraan te ruiken zonder het aan te raken met hun neus. Vervolgens deden ze hetzelfde zonder handschoenen (liefst met zweterige vingers) – en realiseerden zich dat de ‘metalige geur’ een vluchtige stof was die gevormd was op hun huid.
  2. De mate van effusie (gasmoleculen gaan door een gaatje zonder elkaar te raken) van een gas is omgekeerd evenredig met zijn moleculaire massa. (Graham’s wet).
  3. Moleculen uit dezelfde chemische groep hebben een vergelijkbare geur. Studenten maakten verschillende esters in het lab –met dezelfde chemische groepen en vergelijkbare fruitachtige geuren.
  4. De chemische structuur is niet de enige methode om de geur vast te stellen. Studenten extraheerden etherische olieën uit karwij en pepermunt met behulp van stoomdistillatie en vonden dat ze heel anders roken. Ze waren verbaasd toen ik hen vertelde dat de structuur van het belangrijkste aromatische molecuul hetzelfde is. We hebben bespraken de enantiomeren niet in dit stadium maar de nieuwsgierigheid van studenten was gewekt en ze begrepen dat er meerdere factoren zijn om geuren van elkaar te onderscheiden.

Scheikunde bestuderen met Pliny de Oudere

Deze activiteit is onderdeel van een groter interdisciplinair project, ontwikkeld samen met mijn 14 – tot 15-jarige leerlingen om aan de leerplaneisen te voldoen voor die leeftijd. We begonnen elke sessie (1-4 twee uur les) door het bespreken van een passage uit Plinius de Oudere Naturalis Historia, werkten vervolgens uit hoe we in het laboratorium de in de tekst beschreven gebeurtenis of iets dergelijks konden herscheppen. Op deze manier begonnen de studenten op dezelfde pre-wetenschappelijke manier als Plinius en, door middel van practica en discussie, kregen ze moderne wetenschappelijke kennis over elk van de onderwerpen. Het proces maakte zelfs de meest ongemotiveerde leerlingen enthousiast.

Andere activiteiten in het project omvatten het extraheren van indigo uit wede, de voorbereiding van glasplaatjes met boorzuur, het simuleren van de luminescentie van de schelpdieren Pholas dactylus, en het maken van ijzergal-inkt (Farusi, 2007).


 

Met dank aan

De schrijver zou graag bedanken Graziella Zacchini van het Officina Profumo Farmaceutica Santa Maria Novella, die het plantaardig materiaal leverde dat in het project is gebruikt.


References

Web References

  • w1 – Zie het paper ‘Cinyra, Cyprus and the notes of music, of wine and perfumes’ door Maria Rosaria Belgiorno, dat kan worden gedownload van haar website (www.erimiwine.net) of via de directe link: http://tinyurl.com/65623kd
  • w2 – Hier kun je instructies downloaden voor het maken van cyprinum en rhodinon (in Word of PDF formaat) en tabel 1 (in Word of PDF formaat).

Resources

  • De volgende boeken bevatten informatie over de technieken en de planten die door de antieken in hun parfums werden gebruikt:
    • Belgiorno MR (ed.) (2007) I profumi di Afrodite e i segreti dell’olio. Scoperte archeologiche a Cipro. Catalogo della mostra (catalogue of the exhibition ‘The perfumes of Aphrodite and the secret of the oil: archaeological discoveries in Cyprus’). Rome, Italy: Gangemi. ISBN: 978-8849212235

    • Donato G, Seefried M (1995) The Fragrant Past: Perfumes of Cleopatra and Julius Caesar (catalogue of the corresponding exhibition in the Emory Museum of Art and Archaeology, Atlanta, GA, USA). Oxford, UK: Premier Book Marketing Ltd. ISBN: 978-0963816931

    • Pennestrì S (1995) Aromatica. Profumi tra sacro, profano e magico. Selcom. ISBN: 9788886553001

  • De volgende onderzoeksartikelen kunnen behulpzaam zijn bij het geven van achtergrond informatie:
    • Colombini MP et al. (2009) An Etruscan ointment from Chiusi (Tuscany, Italy): its chemical characterization. Journal of Archaeological Science 36: 1488-1495. doi: 10.1016/j.jas.2009.02.011

    • Modugno F et al. (2008) Gas chromatographic and mass spectrometric investigations of organic residues from Roman glass unguentaria. Journal of Chromatography 1183: 158-169. doi: 10.1016/j.chroma.2007.12.090

    • Pérez-Arantegui J (2009) Colorants and oils in Roman make-ups – an eye witness account. Trends in Analytical Chemistry 28: 1019-1028. doi: 10.1016/j.trac.2009.05.006

    • Ribechini E et al. (2008) An integrated analytical approach for characterizing an organic residue from an archaeological glass bottle recovered in Pompeii (Naples, Italy). Talanta 74: 555–561. doi: 10.1016/j.talanta.2007.06.026

  • Je kunt misschien ook andere artikelen uit Science in School waarderen die over hetzelfde onderwerp gaan::

Author(s)

Gianluca Farusi doceert chemie aan de technische school (Istituto Tecnico Industriale) Galileo Galilei in Avenza-Carrara, Italië en sinds 2004 heeft hij stoichiometrie gedoceerd aan de Universiteit van Pisa, Italië, voor de universitaire opleiding in medicinale chemie en technologie. Hij is ook de regionale tutor voor het Italiaanse ministeriële project ‘Insegnare Scienze Sperimentali’ (‘onderricht in de experimentele wetenschappen’). Hij geeft al 15 jaar les en niets bevredigt hem meer dan de vreugde op de gezichten van zijn leerlingen als ze een moeilijk chemisch concept begrijpen.

Review

Dit artikel biedt de mogelijkheid om geschiedenis te koppelen aan praktische chemie. Leerlingen zullen opgezogen worden door de Romeinse tijd, leren waarom onze voorouders geuren wonnen uit plantaardig materiaal en ze in een vorm veranderden die kan worden gebruikt op de huid. Het is zeer gunstig voor studenten om hun huidige wetenschappelijke kennis te verbinden met hun wortels. Het volgen van het pad van onze wetenschappelijke voorouders helpt ons om de ontwikkeling van het wetenschappelijke proces te begrijpen en hoe organische stoffen verder zijn ontwikkeld tot nuttige materialen.

De activiteit kan worden gebruikt in de lessen biologie (planthistologie, fysiologie van geuren), chemie (organische chemie, moleculaire chemie) en geschiedenis (de Romeinen, de geschiedenis van de scheikunde). Het kan ook worden gebruikt als basis voor een discussie over het gebruik van natuurlijke -, in tegenstelling tot door de mens gemaakte stoffen, in schoonheids- producten. Hoe duurzaam is het gebruik van natuurlijke producten voor de productie op grote schaal?

In het artikel wordt informatie gegeven over de verschillende methoden van het extraheren van geuren. In het verlengde van het project kunnen de leerlingen deze methoden verder onderzoeken – zowel op het internet als in het laboratorium. Docenten kunnen de activiteit ook uitbreiden en de geuren dichter bij huis brengen met behulp van lokaal plantmateriaal om parfums te maken: het herbeleven van het verleden van hun land door middel van planten. Lokale universiteiten zijn meestal een uitstekende bron van informatie over de inheemse soorten. Bij het verzamelen van plantaardig materiaal moet aandacht worden besteed aan plaatselijke veiligheidsmaatregelen en bedreigde soorten moeten worden vermeden.

Angela Charles, Malta

License

CC-BY-NC-SA