Vertaald door Dave Lommen.
Wil je graag de wereld redden? Andy Newsam en Chris Leigh van het National Schools’ Observatory in het Verenigd Koninkrijk introduceren een activiteit die je in principe die mogelijkheid geeft: door het detecteren van echte astroïden – die mogelijk onderweg zijn naar de aarde.
JPL-Caltech
Asteroïden, ook wel planetoïden genoemd, zijn stoffige, rots-achtige, metalige objecten in een baan rond de zon, te klein om een planeet genoemd te worden. Tot zo ver zijn er tienduizenden asteroïden ontdekt en meer dan 12.000 hebben een officiële naam.
door de Hubble Space
Telescope
Figuur met dank aan NASA,
ESA en J Parker (Southwest
Research Institute); bron:
Wikimedia Commons
De grootste, Ceres, heeft een diameter van 1.000 km, terwijl de kleinste niet groter dan kiezelstenen zijn. Er zijn slechts 15 asteroïden ontdekt met een diameter groter dan 240 km en zou je alle bekende asteroïden aan elkaar plakken, dan zou je nog steeds een object hebben dat kleiner is dan de maan (diameter 3.500 km).
De meeste asteroïden worden gevonden in de planetoïdengordel tussen de banen van Mars en Jupiter, maar er zijn er ook met banen die hen erg dicht bij de aarde brengen. Deze worden aardscheerders genoemd (in het Engels: near-Earth objects, NEO’s). Als ze op een botsingskoers met de aarde liggen, dan worden ze meteoroïden genoemd. Als een meteoroïde de atmosfeer met hoge snelheid treft, dan zorgt wrijving ervoor dat hij verbrand in een streep van licht die een meteoor genoemd wordt. Als de meteoroïde niet volledig verbrandt, dan treft het overblijfsel het aard-oppervlak en wordt het een meteoriet genoemd.
in Arizona, V.S., is 1,186 km
in diameter en 180 m deep.
Hij is omgeven door een rand
van kapotgeslagen en door
elkaar gegooide rotsblokken,
sommige zo groot als huizen;
het object aan de noordzijde
van de krater dat een
schaduw werpt, is het
bezoekerscentrum (23
januari 2004)
Figuur met dank aan ESA
Alhoewel elke dag vele kleine asteroïden op de aarde inslaan, zijn de meesten te klein om schade aan te richten. In het verleden zijn er echter grotere geweest: de 1,186 km wijde Barringer Crater in Arizona, V.S., is zo’n 50.000 jaar geleden ontstaan door een meteoor die waarschijnlijk maar 40 m breed was. Zulke inslagen komen ongeveer eens per 1.000 jaar voor, maar de meeste kraters zijn niet zichtbaar door verwering of vegetatie, of doordat ze op de zeebodem liggen.
Alhoewel het erg onwaarschijnlijk is dat een grote NEO binnen afzienbare tijd de aarde zal treffen, doen astronomen hun uiterste best om zo veel mogelijk NEO’s te vinden en te volgenw1. Als ze grote, aard-bedreigende NEO’s vroeg genoeg kunnen vinden, dan is het misschien mogelijk om hen uit hun baan te ‘duwen’ om te voorkomen dat ze op de aarde inslaan.
Hoe vinden we ze? Alhoewel de posities van de sterren niet veranderen van de ene op de andere nacht, bewegen de maan, planeten en asteroïden langzaam tussen deze sterren door. Anders dan planeten zijn asteroïden niet helder genoeg om met het blote oog waar te nemen. Om ze te kunnen waarnemen hebben we een verrekijker of telescoop nodig.
In de hierna beschreven activiteit, bedacht door het National Schools’ Observatoryw2 (NSO; zie kader) in het Verenigd Koninkrijk, kunnen leerlingen van 7 tot 19 jaar op asteroïden jagen. Ze maken hierbij gebuik van beelden van ’s werelds grootste volautomatische robotische telescoop, de Liverpool Telescoop op La Palma, op de Canarische Eilanden, Spanje (8 m hoog, met een gewicht van 25 on en spiegels van 2 m diameter). Terwijl ze dezelfde technieken gebruiken als professionele astronomen, leren leerlingen snel om echte asteroïden in echte waarnemingen te vinden. Jongere leerlingen hebben misschien een introductie nodig van hun docenten, voor wie er ondersteunend materiaal online beschikbaar isw3. Oudere leerlingen kunnen het project uitbreiden en de snelheid van de gedetecteerde asteroïden berekenen (zie de gevorderde activiteit hieronder) en hun gegevens terugsturen. De workshop combineert informatica, natuurkunde en wiskunde in een uur vol plezier en ontdekking.
De National Schools’ Observatory (NSO) is een grote educatieve website, opgericht door de Liverpool John Moores University in het Verenigd Koninkrijk. Het geeft scholen de gelegenheid om tegelijk met professionele astronomen zelf waarnemingen te doen met ’s werelds grootste volautomatische telescoop, de Liverpool Telescope, die 5% van zijn waarneemtijd heeft toegewezen aan scholen in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Wanneer de waarnemingen zijn gedaan, kunnen leerlingen de gegevens van de telescoop downloaden en deze bewerken met speciale beeldbewerkings-software, om vervolgens de beelden te analyseren. De website heeft ook educatieve, sterrenkunde-gerelateerde bronnen.
een asteroïde die inslaat in
de tropische, ondiepe zeeën
net buiten de Mexicaanse
kust. Deze inslag heeft de
zogenaamde Chicxulub
krater gevord en heeft
wellicht het uitsterven van de
dinosauriërs veroorzaakt.
Gelukkig slaan asteroïden die
groot genoeg zijn om zulke
schade aan te richten (meer
dan 1 km in diameter) slechts
eens per paar miljoen jaar in
Figuur met dank aan NASA /
JPL-Caltech
Alle benodigde materialen zijn zonder registratie gratis beschikbaar onlinew3. Elke leerling (of kleine groep van leerlingen) heeft een computer nodig waarop Microsoft Windows® draait. Een Internet-verbinding is niet nodig, aangezien de bestanden van tevoren gedownload worden.
Zie de docenten-handleiding voor een gedetailleerdere uitleg van de diverse stappen in LTImage.
Om de beweging van asteroïden waar te nemen, maken we foto’s van de nachtelijke hemel met wat tijd ertussen, zodat de asteroïden zich verplaatst hebben in de tijd tussen de verschillende foto’s. Om er zeker van te zijn dat we ons niet vergissen, maken we vier aparte foto’s, met steeds zo’n 30 minuten ertussen.
Liverpool Telescope
Figuur met dank aan J
Marchant
Je kunt de beelden vinden in het onderdeel ‘Data files’ binnen de Hunting for Asteroids activiteitw3.
De bestanden ah_demo-1.fits t/m ah_demo-4.fits zijn gesimuleerde gegevens om mee te oefenen; de bestanden ahunt-10-1-1.fits t/m ahunt-10-1-4.fits zijn echte waarnemingen van een NEO met de naam 2001 GQ2, genomen net voor middernacht op 5 april 2009.
Misschien ben je eerst teleurgesteld, omdat het beeld waarschijnlijk erg donker is. Maak je geen zorgen, dit is normaal en kan gecorrigeerd worden: de camera op de Liverpool Telescope is ontworpen om fotonen te tellen en niet om mooie plaatjes te maken. Sommige details in het plaatje zijn in eerste instantie zo donker in vergelijking met de omliggende heldere sterren, dat we ze niet kunnen zien. Om meer details van donkere objecten te kunnen zien, moeten we de schaling aanpassen met behulp van de twee schuifbalken in LTImage.
De sterren bewegen niet, maar asteroïden wel. En dat is alles – neem verschillende foto’s, blink ze en als er iets bweegt (in een rechte lijn), dan is het een asteroïde.
Figuur met dank aan National Schools’ Observatory
Je zou twee asteroïden moeten kunnen vinden in de voorbeeld-set (een is moeilijker te vinden dan de ander). Blijf blinken tot je zeker van je resultaat bent. Je kunt experimenteren door langer naar het ene beeld te kijken dan naar het andere. Sterren kunnen een beetje op en neer bewegen als gevolg van de wind en telescoop-instellingen, maar de bewegingen van asteroïden zijn duidelijker.
Schools’ Observatory
Nu je begrijpt hoe alles werkt, ben je klaar om wat meer recente waarnemingen van NEO’s te downloaden, NEO’s waar astronomen meer over willen weten. De beelden zijn van locaties waar zich hoogstwaarschijnlijk nieuw ontdekte NEO’s bevinden en de waarnemingen moeten verfijnd worden om ons begrip van de banen van NEO’s te verbeteren. Omdat dit echte wetenschappelijke gegevens zijn, weten we niet zeker waar de NEO’s zich bevinden, of zelfs of ze op de foto’s staan, maar ze zouden er moeten zijn. Er is natuurlijk ook nog de kans dat zich een andere, nog onbekende asteroïde in het beeld bevindt.
Ga naar de Asteroid Watch-website om je resultaten (de X- en Y-coördinaten van nieuw gevonden NEO’s) op te sturen. Bruikbare resultaten (geen spam) worden doorgegeven aan het Minor Planet Centerw4 van de International Astronomical Union om hun benaderingen van de banen van de asteroïden te verbeteren.
Liverpool Telescope
Figuur met dank aan J
Marchant
Als u tijd heeft en niet bang bent om de leerlingen wat wiskunde te laten gebruiken, dan kunt u de demonstratie-set en enkele LTImage tools gebruiken om te bepalen hoe ver een asteroïde heeft bewogen en hoe snel hij gaat. Download het werkblad ‘More able tasks’ van de ‘Hunting for Asteroids’ websitew3 voor instructies.
Voor een introductie in de Hunting for Asteroids activiteit en om de relevante materialen te downloaden, zie: www.schoolsobservatory.org.uk/activ/asteroids
Voor informatie over the LTImage software en om hem te downloaden, zie: www.schoolsobservatory.org.uk/astro/tels/ltimage